Leon Pollet
Geervelde 56, Assebroek
Leon Alfons Pollet werd geboren op 21 augustus 19, in Sijsele. De familie Pollet woonde in Geervelde 56 (toen de ‘Nieuwstraat’), in Assebroek. Leon was gehuwd met Yvonne Schouteet en samen hadden ze een zoon, Robert Pollet (°30/03/1928 – +11/05/2013). Leon is van ziekte en ontbering gestorven in het concentratiekamp Gross Strehlitz (Strzelce Opolskie, Silezië), op 17 juni 1944.
Leven en werk van Leon Pollet
Leon Pollet werkte bij de RTT (Regie der Telegrafie en Telefonie) in Heist en Oostende. Hij was lasser en pendelde met de trein naar zijn werk aan de kust. Zijn vrouw Yvonne Schouteet is strijkster. Na de oorlog, toen ze weduwe geworden was, deed ze onder meer voor een rijke dame op de Garenmarkt onder meer de was en de strijk. Het huis in de Nieuwstraat / Geervelde hing geregeld vol met gordijnen en lakens, zo kwam er brood op de plank.
Spionage via de RTT
Leon en zijn collega’s bij de RTT hadden de mogelijkheid om tijdens het werk “in de putten, aan de kabels” vertrouwelijke gesprekken tussen Duitse militairen aan de kust af te luisteren. Leon Pollet gaf informatie door aan zijn collega Frans Welvis (overleden in concentratiekamp Kaisheim, Beieren).
Ook andere mannen van RTT, zoals Gaston De Cae (overleden in Gross-Strehlitz op 14 oktober 1944), E. Tonneau, Medaets, waren bij dat spionagewerk betrokken. Zij spraken zelf, net als hun familie, en in RTT-publicaties nar de oorlog, van de groep van de “Landelijke Zetel”. Frans Welvis gaf de informatie vervolgens door aan notaris en latere burgemeester van Heist, Jan-Baptist De Gheldere – toen reserveofficier en sectie-overste van de inlichtingennetwerken Athos en Luc. De RTT mannen zouden na verraad uit eigen RTT-kring zijn opgepakt; de omstandigheden blijven onduidelijk. Het is ook niet bekend of er na de oorlog een vervolging heeft plaatsgevonden; wellicht niet. Een groep RTT-mannen en enkele anderen zijn gearresteerd in dezelfde zaak: De Gheldere, Van Poucke, Paret en anderen.
Aanhouding en gevangenschap
Leon Pollet werd gearresteerd door de Duitsers op 24 juli 1943. Er bestaat tegenstrijdige informatie over de plaats van zijn arrestatie: volgens sommige documenten werd hij thuis in Assebroek opgepakt, terwijl het familieverhaal stelt dat hij werd opgewacht door de Duitsers toen hij met de trein van zijn werk terugkeerde naar Brugge.
Hij werd opgesloten in de gevangenis van het Pandreitje, de gevangenis van Brugge, van 24 juli tot kort na 25 oktober 1943. In die periode zijn drie summiere, voorgedrukte Duitse brieven naar huis gestuurd, telkens met enkel de vraag om een pakket kleren te voorzien, zonder persoonlijke berichten (op 25 juli 1943, 26 sept 1943, 25 okt 1943). Deze brieven zijn het enige en laatste contact dat er nog geweest is tussen Leon en zijn familie.
Kleindochter Annemie vertelt dat haar grootmoeder, wanneer ze met haar als kind door het park wandelde langs het Pandreitje, naar een raam wees waarachter haar man gevangen had gezeten. Leon en Yvonne zouden tijdens die gevangenschap enkele keren naar elkaar hebben staan wuiven.
Deportatie en dood
Het is niet geweten hoe Leon Pollet ondervraagd werd, en of hij gemarteld geweest is. Vermoed wordt van wel, zoals bij vrijwel alle politieke gevangenen. Er is geen informatie over een proces of een veroordeling. Wel is er een verwijzing naar Duitse gerechtelijke archieven in het erkenningsdossier van weduwe Yvonne Schouteet. De familie wist enkel dat Leon “omstreeks 27 oktober” uit het Pandreitje werd weggevoerd. Daarna is er niets meer van hem vernomen. Hij werd afgevoerd onder het beruchte Nacht und Nebel-programma.
In latere brieven, vermoedelijk op basis van getuigenissen van medegevangenen, wordt een traject geschetst: van Brugge naar Brussel, vervolgens naar Esterwegen (Papenburg), Keulen, Börgermoor, Dachau, en uiteindelijk Gross Strehlitz. In de archieven van concentratiekamp Groß-Strehlitz staat Leon Pollet geregistreerd als gevangene P590. Hij kwam er terecht in een groep Belgische en Nederlandse politieke gevangenen, waaronder enkele overlevenden van de groep ‘De Zwarte Hand’ uit de Rupelstreek (Klein-Brabant).
Leon Pollet overleed in de infirmerie van Gross Strehlitz op 17 juni 1944, aan uitputting en tuberculose. In die laatste momenten werd hij bijgestaan door Georges Detiège, een andere politieke gevangene die het verhaal kon vertellen aan de familie, en door een Brusselse abbé Bourguignon, die ‘infirmier’ was in het kamp. Leon Pollet zou nog 35 kg gewogen hebben.
Zijn lichaam werd tot op vandaag nooit teruggevonden. Tijdens recente opgravingen op de site van KZ Gross Strehlitz in het huidige Polen zijn menselijke resten aangetroffen. Wie weet bevindt zich daarbij ook het stoffelijk overschot van Leon Pollet.
Zoektocht en erkenning
Meteen na de bevrijding, op 12 september 1944, begon Yvonne Schouteet aan haar zoektocht naar wat er met haar man is gebeurd. Zoon Robert schrijft in naam van zijn moeder brieven naar een reeks medegevangenen en naar de autoriteiten. Ze komen ze stukje bij beetje te weten wat er met Leon gebeurd is, waar hij verbleven heeft en hoe hij gestorven is. Er ontstond ook correspondentie over de erkenning als oorlogsweduwe en het daaraan verbonden pensioen. In die brieven werd de link met de inlichtingennetwerken rond notaris De Gheldere bevestigd. Leon Pollet werd officieel erkens als verzetsstrijder.
Aandenken
Bronnen:
- Gesprek met kleindochter Annemie Pollet, 2023.
- Artikel ‘Jan-Baptist De Gheldere: Verzet en gevangenschap’, Bart De Groote, augustus 2024