Ga naar de inhoud

Hector Joye

Sint-Jorisstraat 69, Brugge

Hector Joye werd geboren op 13 september 1893 te SInt-Eloois-Winkel. Hij was gehuwd met Louise Legros, directrice van de Normaalschool in de Sint-Jorisstraat. Ze hadden 2 kinderen: Roger (°27 april 1927) en Michel (°28 februari 1929). Ze woonden in de directeurswoning van de school, Sint-Jorisstraat 69.

Hector Joye was van opleiding timmerman en oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog. Hij had blijvende letsels overgehouden aan een gasaanval en had een zwakke gezondheid. Dokters raadden hem aan om regelmatig naar de zee te gaan, om te kunnen genieten van de gezonde lucht.

Hij raakte tijdens de eerste wereldoorlog bevriend met pater scheutist Jozef Raskin, de oom van schrijfster Brigitte Raskin. Raskin was tijdens de oorlog brancardier en een tijdlang op de medische hulppost Lettenburg gestationeerd, net ten noorden van Diksmuide, in de buurt van de Dodengang. In die periode ontmoette hij er Hector Joye, die was een tijdlang in dezelfde sector actief was. Tussen 1920 en 1934 was Raskin missionaris in Noord-China en daarna propagandist van Scheut. Hij trok Vlaanderen rond om te vertellen over China, Scheut en de missies. Tijdens die spreekbeurten en reizen bevriend geraakt met de familie Debaillie uit Lichtervelde. Hij bleef regelmatig in Brugge of Lichtervelde logeren op zijn vele reizen door Vlaanderen.

Tijdens de eerste weken van de tweede wereldoorlog werd de Normaalschool onder impuls van directrice Louise Legros en haar man Hector Joye omgebouwd tot noodhospitaal, waar gekwetste Belgische soldaten werden verzorgd. Zij riepen daarvoor hun vriend en wapenbroeder uit de eerste wereldoorlog Joseph Raskin te hulp, onder meer om het nodige medische materiaal te verzamelen.

Op 6 juli 1941 kreeg één van de broers Debaillie, die duivenmelker was, een Engelse duif in handen. In de eerste jaren van de oorlog ontbrak het de Engelsen aan betrouwbare informatie over het bezet gebied. Ze wilden onder meer te weten komen of en zo ja met welke voorbereidingen voor een invasie in Engeland de Duitsers bezig waren. Daarom dropten de Engelsen duiven in een kooitje in bezet gebied, met de vraag om wat informatie te noteren op een briefje, dat papiertje in een kokertje aan de poot van de duif te stoppen en die los te laten zodat het diertje naar Engeland kon terugvliegen. Het droppen van duiven was zo succesvol dat het de hele oorlog doorging: in totaal werden tussen april 1941 en september 1944 maar liefst 16.554 duiven gedropt, van Kopenhagen tot Bordeaux. Slechts enkele van de gedropte duiven keerden terug: sommigen werden niet gevonden, anderen belandden in de kookpot of werden bij de Duitsers ingeleverd.

De broers en zussen Debaillie, van links naar rechts: Marie, Michel, Arseen, Gabriël, Margaret.

Eén duif kwam dus toevallig bij de broers Debaillie terecht, die er pater Raskin over aanspraken. De Debaillies wisten hoe ze met duiven moesten omgaan. Zowel Hector Joye als Pater Raskin – artillerie-observator in de Eerste Wereldoorlog – wisten welke informatie militair relevant was en konden die informatie bovendien in een minuscuul handschrift op flinterdun Chinees rijstpapier zetten. Hector Joye had, vanwege zijn longletsel, toelating om regelmatig naar zee te reizen en bracht de Duitse kustverdediging gedetailleerd in kaart. Samen vormden ze dus een sterk team en ze noemden zich ‘Leopold Vindictive’. De gevonden duif werd losgelaten op 12 juli 1941 en kwam dezelfde dag nog terug op zijn hok in Engeland, met de kostbare informatie in een kokertje aan zijn poot. De informatie was ongelofelijk gedetailleerd en militair relevant; de Engelsen konden hun ogen nauwelijks geloven.

Ondanks de eerste geslaagde duivenmissie slaagde ‘Leopold Vindictive’ er niet in om opnieuw contact te maken met de Engelsen. Volgende pogingen om via een gerichte dropping nieuwe duiven in handen te krijgen mislukten, en ook pogingen om contact op te nemen met Engeland via een radiozender liepen op niets uit. Door de herhaalde pogingen om via radioberichten contact te leggen, raakten de Duitsers geïnteresseerd in ‘Leopold Vindictive’. Uiteindelijk kwamen ze de groep op het spoor en werden Jozef Raskin, Hector Joye en Arseen Debaillie opgepakt. Op 25 juin 1942 werd Hector Joye gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis van Saint-Gillis (Brussel).

De drie mannen werden via de gevangenissen van Brauweiler, Bochum en Wuppertal naar het kamp van Esterwegen gesleept waar ze uiteindelijk in het nabijgelegen Papenburg voor een Duits ‘volkstribunaal’ werden geleid. Daar vond een schijnproces plaats, geleid door Roland Freisler, een virulente nazi. Het proces was een farce, de doodstraf stond op voorhand al vast. Hector Joye, Arseen Debaillie en Joseph Raskin werden op dezelfde dag, op 18 oktober 1943, kort na elkaar onthoofd met de guillotine in Dortmund.

bronnen:

Brigitte Raskin. De Eeuw van de Ekster, Kritak-Meulenhof, 1994. (levensverhaal pater Jozef Raskin)
Gordon Correra. Voor God en vaderland Een Belgisch priester, zijn verzetsgroep en een postduif tijdens WOII. Horizon. (Het verhaal achter de Britse Pigeon-service en de link met België).