Ga naar de inhoud

Wie zijn de slachtoffers die we vorig jaar eerden?

Hector Joye

Samen met de broers Debaillie en pater Jozef Raskin vormde Hector Joye ‘Leopold Vindictive’ en slaagde hij erin om via een duif informatie over de Duitse kustverdediging aan de Engelsen te bezorgen. Maar daarnaast was hij ook oudstrijder uit de Eerste Wereldoorlog, en de echtgenoot van Louise Legros, die directrice was van de Normaalschool in de Sint-Jorisstraat. Lees hier meer over zijn leven.

Hector Joye (links).

Norbert Vanbeveren

Norbert Vanbeveren werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de spoorwegen, een job die gedurende deze periode heel gevaarlijk was.

Treinen en spoorweginstallaties kwamen vaak in het vizier van geallieerden, maar tegelijk vormden ze een cruciale sector voor de Duitse bezetter.

Hij werd samen met zijn vriend Noël Boydens opgepakt, en ze brachten samen hun laatste dagen door voor ze onthoofd werden.

Lees hier meer over Norbert en zijn familie.

Jacky Barkan en Eduard Zimmerman

Barones Marie-Thérèse Robyns de Schneidauer had tijdens de Tweede Wereldoorlog een persoonlijk, informeel verzetsnetwerk opgebouwd.

Binnen dat netwerk zat de familie De Meulemeester, die op vraag van de barones Joodse kinderen in huis haalden. Op die manier konden Jacky Barkan (of Jacky Borzykowska) en Eduard Zimmerman onderduiken, en overleefden ze beide de oorlog.

Lees hier meer over de betrokken families.

Jacky Barkan

Bertha en Albert Serreyn

Broer en zus Albert en Bertha Serreyn maakten elk op hun manier deel uit van het verzet. Albert behoorde tot het Partizanenleger, waar hij uiteindelijk zelfs gevraagd werd het commando over te nemen. Met zijn groep pleegde hij aanslagen op treinen, spoorde hij collaborateurs op, en transporteerde hij wapens.
Bertha was nog een tiener tijdens de oorlog, maar was als koerierster immens belangrijk voor het verzet. Ook haar vriend maakte deel uit van een verzetsgroep, maar ze wisten het niet van elkaar. Lees hier meer over de Serreyns.

Bertha Serreyn.
Bertha Serreyn.
Albert Serreyn.
Albert Serreyn.

Renaat Vandevoorde

Om de oorlogsinspanning te kunnen volhouden, hadden de Duitsers nood aan arbeidskracht. Wanneer het aantal werkkrachten die op vrijwillige basis naar Duitsland trok niet meer voldeed, werd stapsgewijs de verplichte tewerkstelling ingevoerd.

Renaat Vandevoorde was een van de Belgen die zo door de Duitsers aan het werk gezet werden. Ondanks dat hij werk uitvoerde voor de Duitsers, waren zijn levensomstandigheden echt erbarmelijk.

Lees hier meer over zijn verhaal.

Leon Pollet

Leon Pollet.

Leon Pollet werkte bij de RTT in Heist en Oostende. Hij was lasser, en pendelde met de trein naar zijn werk aan de kust.

Leon en zijn collega’s bij de RTT hadden de mogelijkheid om tijdens het werk “in de putten, aan de kabels” vertrouwelijke gesprekken tussen Duitse militairen aan de kust af te luisteren, informatie die hij doorspeelde aan zijn collega Frans Welvis.

Hij haalde het einde van de oorlog niet, en liet een vrouw en kind na.

Lees hier meer over het leven van Leon.

Cyriel Huys

Cyriel Huys was een boerenzoon uit Dudzele die geregeld transportopdrachten met paard en kar deed langs de Belgische kust. Hij werd ook af en toe opgeëist door de Duitsers om voor hen dingen te vervoeren. Hiervoor had hij een “shein”, een doorgangsbewijs om zich in het “sperrgebiet” te mogen begeven.

Dat maakte Cyriel natuurlijk bijzonder waardevol voor het verzet. Hij hielp de Belgische partizanen twee sabotagedaden verrichten, voor hij werd opgepakt door de Duitsers. Hij overleefde het leven in het concentratiekamp van Buchenwald niet.

Lees hier meer over het leven van Cyriel.


Voor de Roma/Sinti-familie Karoli-Warsha kunnen we helaas geen Struikelsteen plaatsen in Brugge. Brugge is niet hun laatste, vrijwillig gekozen woonplaats. Toch vinden we hun verhaal het waard om herinnerd te worden.

De familie Karoly-Warsha.